Lombok, Java en terug naar Bali
Om 7 uur worden we verwacht in de haven van Gili Trawangan. Daar zal de boot vertrekken naar Lombok. We ontmoeten twee andere Nederlanders en de twee Brazilianen die de trekking naar de Rinjani vulkaan ook geboekt hebben. We hebben er allemaal veel zin in!Vanaf de haven op Lombok worden we in iets meer dan een uur naar het startpunt van de trekking gebracht. Hier laten we onze grote tassen achter en nemen we alleen het noodzakelijke mee naar boven. We moeten het tenslotte allemaal zelf tillen! Na een paar pannenkoeken en een sterke kop koffie gaan we de auto in en worden we samen met de gids afgezet bij het beginpunt van de trekking. De gids is (zacht uitgedrukt) niet de vriendelijkste en al snel blijkt waarom. Het is Ramadan op Lombok en deze jongen heeft als beroep een berg op en neer klimmen zonder daarbij te mogen drinken en te mogen eten. Tsja, daar zal ons humeur ook niet van opknappen! De gids heeft ons uitgelegd waar we de eerste stop zullen hebben en hoe lang het lopen is naar de diverse stops. Na de uitleg beginnen we met lopen. Na ongeveer een uur zijn we doorweekt van het zweet en begint de wandeling al wat lastiger te worden dan we gedacht hadden. We lopen rustig verder en komen uiteindelijk op de eerste tussenstop waar we een lunch krijgen. Onze kleding kunnen we echt uitwringen!
Na de lunch beginnen we aan het tweede gedeelte van de trekking en naarmate we meer lopen worden de stappen steeds hoger en moeilijker. Tegen de tijd dat we bij het derde en laatste rustpunt zijn is het humeur van de gids gedaald tot een dieptepunt. Hij is echt uitgeput en hij is niet de enige! We zijn allemaal moe, maar hebben op dit punt nog maar 1 doel en dat is de kraterrand halen. We lopen dus na een (veel te korte) pauze door naar de kraterrand waar we net voordat de avond valt aankomen. We zijn helemaal kapot! We hebben in meer dan 7 uur 10 kilometer gelopen en zijn meer dan 2000 meter gestegen. De tentjes worden opgezet door de dragers en wij genieten van het verdiende uitzicht. Het was heel zwaar, maar het uitzicht is adembenemend! We eten buiten met een slaapzak om ons heen geslagen. Er staat een hele harde en vooral koude wind en we bevinden ons boven de wolken. Na het eten lopen we in het donker een stukje terug naar de kraterrand om de fel oranje lava uit de vulkaan te zien spatten en gaan dan voldaan terug naar de tenten. De hele nacht blijft het hard waaien en we doen dan ook bijna geen oog dicht. Bij iedere windvlaag klapt het tentje dubbel met als gevolg dat we die op ons hoofd krijgen. We staan om 5 uur al naast onze tent en lopen met de slaapzak nog om ons heengeslagen naar de kraterrand. Daar genieten we van de opkomende zon en het zicht op de sputterende vulkaan. Het is prachtig en vooral bijzonder om te zien....
Eenmaal terug bij de tenten kunnen we helaas geen ontbijt hebben omdat de wind het onmogelijk maakt iets te koken of te bakken. Een kopje koffie en een aantal koekjes kunnen er nog vanaf, maar met een lege maag en weinig slaap beginnen we dus aan de loodzware afdaling. Het eerste gedeelte bestaat voornamelijk uit zand en losliggende stenen en meerdere malen glijden we uit. We houden ons staande en na ongeveer anderhalf uur komen we op het eerste rustpunt aan. Helemaal kapot en we moeten nog zo lang. We proberen zo goed als het kan door te lopen maar vooral bij Nandy gaat het bijna niet meer. Haar benen zijn een totaal eigen leven gaan leiden en doen niet meer wat ze wil. Ze gaan alle kanten op en ze zakt voortdurend door haar knieën en enkels. Na 7,5 uur omhoog klimmen en een 6 uur durende afdaling zijn we eindelijk bij het eindpunt. We kunnen het bijna niet geloven!
We laten ons na de trekking samen met Mandy en Alex afzetten in het badplaatsje Senggigi. Daar gaan Alex en Ray nog een aantal accommodaties af, maar we zijn zo moe dat we allemaal besluiten iets meer geld te besteden en in een luxe resort te slapen. Volgens de chauffeur slaapt de president ook in het Santosa Resort. Klinkt dus goed....we krijgen een welkomstdrankje en een verfrissende handdoek die we na 1x onze handen erover te hebben gehaald helemaal zwart teruggeven. We hebben een heerlijk douche en lopen daarna een rondje. ’s Avonds eten we samen met Alex en Mandy in het hippe en luxe restaurant Square waar de eerste vormen van spierpijn al duidelijk beginnen te worden. We slapen vroeg en de volgende ochtend hebben we een uitgebreid ontbijtbuffet. We zeggen gedag tegen Mandy en Alex die terug naar Bali vliegen en daarna brengen we de vuile was weg. Het badplaatsje Senggigi doet een beetje treurig aan. Veel winkels en touroperators zijn dicht en degene die open zijn hebben niets te doen. Ooit was dit waarschijnlijk een geweldige bestemming, maar daar is weinig van over. Wij genieten voornamelijk van onze welverdiende rust die het resort met zich meebrengt en liggen de rest van de dag bij het zwembad. We kijken naar de ondergaande zon en eten wat bij het restaurant op de hoek. De dagen erna zien er niet veel anders uit. We slapen uit, hebben een heerlijk ontbijt, liggen te lezen bij het zwembad en eten ’s avonds lekker in een van de plaatselijke restaurantjes. En het allerbelangrijkste...we herstellen van onze spierpijn!
Op 12 september nemen we het vliegtuig naar Java. We wilde eerst via Bali naar Java, maar aangezien de vluchten heel goedkoop zijn besluiten we het onszelf niet te moeilijk te maken en het vliegtuig te nemen. We komen aan het einde van de middag aan op Java en regelen op het vliegveld een auto met chauffeur die ons naar het dorpje Cemoro Lewang zal brengen. Dat is de uitvalbasis voor het bezichtigen en bezoeken van de vulkaan de Bromo. We zitten 5 uur in de auto en vooral Ray zit niet op zijn gemak. De chauffeur rijdt nogal roekeloos en scheurt over het asfalt. Hij brengt ons (het is inmiddels al 22 uur) naar een hostel waar we werkelijk een van de slechtste kamers hebben van onze hele reis en maken een reservering voor een Jeep de volgende ochtend.We worden na een paar uur alweer gewekt (om 3 uur ’s nachts) en trekken snel alle warme kleding aan die we hebben. Twee shirts over elkaar, sjaal, handschoenen, twee broeken over elkaar en onze jas, want wat is het hier koud! We springen in de Jeep die ons in een uurtje (in het donker) naar een uitkijkpunt brengt waar we samen met nog 300 toeristen gaan kijken naar de zonsopgang op de Bromo. Het is prachtig, maar zeker wel iets anders dan een handvol toeristen bij het bekijken van de Rinjani vulkaan. Na de zonsopgang brengt onze chauffeur ons naar de voet van de Bromo waar we na een wandeling van een half uur en een trap naar boven op de kraterrand staan van de Bromo. Het stinkt er ernorm (rotte eieren beschrijft de geur het beste) maar het is te gek om daar te staan. We maken wat foto’s en gaan terug naar de Jeep. Eenmaal in ons hostel hebben we een ontbijt en stappen we in de auto van dezelfde chauffeur die ons in 10 uur naar de Borobudur zal rijden. Als we dachten dat de eerste rit met deze man een dodenrit was dan hadden we ons niet kunnen voorbereiden op deze rit. Hij scheurde weer overal langs en aan het einde van de avond komen we dan aan bij de Borobudur.
De chauffeur zet ons af bij een resort dat op het terrein van de Borodudur is en we maken een geweldige deal. Een goede prijs inclusief toegang tot de Borobudur. We eten wat in het restaurant en luisteren naar de vals zingende band. We gaan lekker vroeg slapen en staan vroeg op. Niet zo vroeg om de zonsopgang te zien, want die hebben we nu wel genoeg gezien. We kunnen zo van onze hotelkamer naar de tempel lopen. De Borobudur is een groot Boeddhistisch tempelcomplex dat op het islamitische eiland Java een beetje buiten de boot valt. We lopen rond, beklimmen de tempel en bezoeken daarna het museum. We genieten van onze lunch met uitzicht op het tempelcomplex.We nemen een taxi naar het vliegveldje van Yogjakarta en lopen langs de verschillende balie’s met de vraag of ze nog een ticket hebben naar Bali. Dat hebben ze en we betalen €27 per persoon. Op het vliegveld nemen we nog een kopje koffie op een terrasje dat wegens de Ramadan helemaal is afgeschermd! We voelen ons bijna schuldig dat we wat te drinken nemen. Even na 6 uur, toen de zon onder was, werden alle schermen weggehaald en mochten we allemaal weer eten.
Eenmaal aangekomen op Bali nemen we een taxi naar Ubud en ons van tevoren gereserveerde Honeymoon Guesthouse (nee, niet wat jullie denken). We hebben eindelijk weer eens internet en de eerste dag besteden we dan ook aan regeldingen. Bankzaken, tickets, hotel voor Singapore enzovoort. We boeken een fietstrip voor de volgende dag en Nandy laat haar teennagels lakken voor €2. Midden in de pedicurebehandeling valt de stroom uit en dus gaat Nan met een gelakte voet en een ongelakte voet de deur uit. Morgen maar weer! We eten wat met een kaarsje om de menukaart te bekijken en genieten van de (noodgedwongen) akoestische live muziek.De volgende dag hebben we een privé-tour op de fiets door de rijstvelden van Bali. We beginnen met een ritje in de auto en naarmate we meer naar het midden gaan van het eiland hoe slechter het weer wordt. De eerste stop is op een koffie plantage waar alle specerijen en vruchten van Bali te zien zijn. Grote dragonfruits, jackfruits, mangosteen en uiteraard koffie. We rijden naar de plek waar we ontbijt hebben en hebben een prachtig uitzicht over een meer en een vulkaan.
We waren al eerder in Sanur geweest en dat was prima en dus besluiten we de laatste paar dagen van onze vakantie op Bali te verblijven in Sanur. We huren een busje vanuit Ubud en die rijdt ons in een half uurtje naar Sanur. Daar rijden we diverse guesthouses en hotels langs en uiteindelijk vinden we een goede kamer met een zwembadje. Helemaal goed! We zitten op de hoek van het restaurantje waar we eerder deze reis al met Bobby gegeten hadden en daar eten we dan ook die avond weer. De laatste dagen doen we niet veel. We laten al onze kleding nog eens wassen, doen wat inkopen en sturen een pakket naar huis met boeken en souvenirs. (Het 4e pakket van deze reis al!). De laatste dag worden we rond 7 uur abrupt uit onze slaap gehaald door het feit dat het gebouw hevig aan het schudden is. We hebben niet veel tijd nodig om ons te realiseren dat het een aardbeving is. We rennen (in ons verwassen ondergoed J) naar buiten en na iets meer dan een minuut is het trillen en schudden voorbij. Later vernemen we dat het epicentrum in Nusa Dua op Bali lag en dat de beving een kracht had van 6,3 op de schaal van Richter. Gelukkig geen doden bij deze beving, alleen een aantal gewonden en een hoop ingestorte gebouwen.
Op 20 september vliegen we van DenPasar naar Singapore. Daar nemen we een busje naar ons hostel (Hangout @ Mount Emily, erg leuk) en doen de rest van de dag niet zoveel. We lopen naar een winkelcentrum (daar hebben ze er genoeg van in Singapore) en lunchen lekker met sushi! Singapore staat in het teken van de Formule 1 die een paar dagen later zal plaatsvinden en we vergapen ons aan de Formule 1 auto’s die in een winkelcentrum staan. De tweede dag hebben we veel plannen, maar we zijn moe en hebben niet echt leuke dingen ontdekt die we kunnen doen. Nandy is al eens in Singapore geweest en die combinatie doet ons beslissen om de rest van de dag eens lekker uit te rusten. We updaten de site en lezen een boek. ’s Avonds hebben we geen zin om weer een restaurant te zoeken en dus doen we makkelijk om bij de McDonalds op de hoek te eten. De dag erna (op 22 september) nemen we om 5 uur ’s nachts de shuttle bus naar het vliegveld waar we onze 4e vlucht van het wereldticket hebben. Van Singapore naar het eerste westerse land van onze reis; Perth, Australie!
Indonesië; Bali en de Gili eilanden
We komen ‘s avonds laat aan op Bali en nemen een taxi naar het badplaatsje Sanur. Bobby heeft ons laten weten daar te zijn en we hebben afgesproken dat wij daarheen komen. We worden afgezet aan het begin van een kilometers lange weg en hebben geen idée waar we moeten zijn. We besluiten eerst wat te gaan eten en Bobby te sms-en waar het hostel is dat hij voor ons gereserveerd heeft. We eten gelijk goed; kipsate, boontjes, rijst en pindasaus! Heerlijk! Na een Bintang biertje verder komt Bobby dan aanlopen, dat is voor ons best gek om na 5 maanden een bekende te zien. Vreemd aan de andere kant van de wereld, maar wel helemaal te gek. We drinken er een paar biertjes op!
De volgende dag ontbijten we lang en gaan we naar het strand van Sanur, we relaxen wat en gaan ’s avonds lekker uit eten met Bobby. De volgende dag nemen we een busje naar Seminyak, daar hebben we wat moeite om een slaapplaats te vinden maar na een paar rondjes lopen vinden we een villa die ruimte heeft voor ons alle 3. Prima. Bobby gaat naar een vriendin in Kuta en wij doen (jullie kennen ons inmiddels) rustig aan. Diezelfde avond lopen we na het eten langs verschillende disco’s en barretjes en het begint ons al duidelijk te worden dat we niet veel slaap zullen krijgen. De volgende ochtend blijkt dat ons vermoeden klopt. Slecht geslapen! Aangezien we in Kuala Lumpur ook al slecht geslapen hebben besluiten we weg te gaan en een rustig gedeelte te zoeken. We boeken een kamer in Villa Manuk in het noorden van Bali en laten ons na een 3 uur durende rit afzetten in the middle of nowhere. Wat een prachtige villa is dit! We hebben een mooie kamer en een buitendouche onder de sterren hemel. We worden die avond bediend op het terras terwijl we over de rijstvelden uitkijken! We maken een trekking door de rijstvelden naar een plaatselijk boertje dat Arak maakt (Bali alcohol uit palmsap) en een scootertocht naar een prachtige waterval. De natuur is prachtig in het noorden van Bali. We zien cacao, passionfruit, snakefruit, durians en overal kruidnagels (dat ruiken we ook). We blijven er 4 dagen en kunnen maar moeilijk afscheid nemen als we weggaan naar Lovina.
In Lovina nemen we (bij dezelfde eigenaar als Villa Manuk) een Indonesische kookcursus. We worden ’s morgens 6 uur opgehaald om naar de markt te gaan waar we verse ingrediënten halen voor de gerechten. We maken verse pindasaus, gado gado, verse tonijn, Ajam Soja en een heerlijk nagerecht Dadar. We krijgen de recepten mee, dus als we thuis zijn kunnen we nog eens een lekker gerecht op tafel zetten. We gaan na de kookcursus naar Amed, dat ligt aan de noordoost kust van Bali. Het is tot nu toe het meest uitgestorven dorpje waar we op Bali geweest zijn. Weinig toeristen en als de plaatselijke bevolking dan toeristen zien dan rennen ze er met z’n allen op af om zout te verkopen. Het doet een beetje aan als een treurige bestemming, maar niet voor ons. Ray heeft de plaatselijke vissers al meerdere malen uit zien varen en wil graag mee. Hij spreekt een man aan en vraagt of hij mee mag en dat mag (uiteraard na betaling). Helemaal te gek was het en best stevige wind. Zo erg zelfs dat alle andere vissers die we zagen een helm op hadden in hun boot! We eten bij een van de weinige restaurantjes en maken ons op voor de boottocht naar de Gili eilanden.
De Gili Eilanden zijn 3 eilanden en liggen ten noordoosten van Lombok. We varen vanaf Amed met een bootje (niet te geloven hoe hoog de golven waren) naar het grootste eiland Gili Trawangan. Daar zien we Bobby weer en ook hier heeft hij voor ons een kamer gereserveerd. We bekijken de kamer en gaan eerst met z’n 3-en kijken of er geen goedkopere kamer te vinden is. Twee uur later hebben we ongeveer het hele eiland gezien en niets gevonden. We gaan dus terug naar The Beachhouse en hebben een prachtige kamer. Daar ontmoeten we Titsia die Bobby heeft leren kennen op de boot naar de Gili eilanden. We drinken wat met z’n allen en ’s avonds gaan we de verjaardag van Bobby vieren. We eten in de Irish pub, dat bekend staat als ‘the place to be’! We eten en we drinken en we drinken en we drinken en het begint steeds gezelliger te worden. Bobby probeert nog twee Australische meisjes te versieren en na afloop springen Bobby en Ray nog lekker in het zwembad. De dag erna doen we niet zoveel. We waren ook niet tot heel veel in staat. Beetje bij het zwembad liggen en lekker een hamburger als lunch (het hoort erbij!). Als we goed hebben geslapen zeggen we de volgende ochtend gedag tegen Titsia die terug gaat naar Nederland. We huren een fiets en willen het eiland rondfietsen en af en toe een beetje snorkelen. We beginnen met 50 meter fietsen en zetten dan al snel de fietsen opzij om te gaan snorkelen. Een lekkere sandwich en een pineapple juice verder nemen we toch maar weer onze mountainbikes om het eiland rond te fietsen. We zien prachtige stranden en helderblauw water, maar het zachte zand fiets toch best moeilijk. Het is maar 3,5 vierkante kilometer groot, maar het lijkt veel groter! ’s Avonds eten we bij de BBQ van het Beachhouse en nemen we een laatste afscheidsdrankje!
De laatste dag neemt Bobby vroeg de boot terug naar Bali (jammer) en boeken wij bij de pier een snorkeltocht om de drie Gili eilanden. We snorkelen op drie verschillende plekken en zien grote schildpadden, veel vissen en prachtig koraal. Als we terugkomen van de snorkeltocht lopen we langs een reisbureau en zien de advertentie van een trekking naar de Rinjani vulkaan op Lombok. De man van het bureau zegt dat er al twee andere Nederlanders geboekt hebben en dat het voor ons jonge en fitte mensen geen probleem is de vulkaan op te lopen. De man kon geen kwaad meer doen na deze woorden (vooral niet bij Nandy) en dus besluiten we te boeken. We gaan dus vroeg naar bed, want de volgende ochtend moeten we om 7 uur de boot nemen naar Lombok. Klaar om de nog werkende vulkaan Rinjani te beklimmen.
Een paar dagen Kuala Lumpur
Voordat we naar Indonesië vliegen maken we een tussenstop in Kuala Lumpur. We komen aan in de terminal die speciaal is gemaakt voor AirAsia. We boeken een bus naar Chinatown en na een dodenrit (de buschauffeur reed door scherpe bochten 90 km per uur!!) komen we aan in Chinatown. We lopen een leuk hotel binnen en checken in. Snel geregeld dit keer! We lopen aan het einde van de middag de drukke markt op van Chinatown en bekijken voor de zoveelste keer de Adidas jasjes, Nike sneakers, Rolex horloges, Louis Vutton tassen en Rayban zonnebrillen. Aangezien we de hele dag onderweg zijn geweest duiken we vroeg onze kamer in. We hebben dit keer draadloos internet en na een paar Skype telefoontjes (wat een uitkomst) gaan we slapen.
De volgende ochtend gaan we naar DE attractie van Kuala Lumpur; de Petronas Twin Towers. De Twin Towers zijn nu de op 4 na hoogste torens van de wereld. Totaal zijn de torens 452 meter hoog en telt 88 verdiepingen. Die worden allemaal gebruikt voor kantoorruimte. Als bezoeker kan je alleen komen tot de brug die op de 41e verdieping ligt en 171 meter boven de grond hangt.
We laten ons door een taxi afzetten bij KLCC. Een super winkelcentrum onder de Twin Towers. We shoppen wat (vooral Nandy) en gaan dan aan de balie vragen of er nog een ticket beschikbaar is voor de brug van de Twin Towers. Helaas alles volgeboekt…..We hebben een lekkere lunch en na de lunch besluiten we nogmaals te proberen of we niet naar de brug van de Twin Towers kunnen. Misschien hebben ze wel afzeggingen. De jongen heeft geen goed nieuws, geen afzeggingen en geen tickets beschikbaar dus. Als we daarna de foto’s op de toonbank zien liggen van het weekend ervoor schrikken we. Lange rijen tot buiten die allemaal een ticket willen hebben. We proberen ons beste gezicht op te zetten en als Ray dan zegt dat we best willen betalen voor de tickets gaat de jongen toch nog zijn best doen. We wachten 5 minuten en dan komt hij terug met 2 prachtige kaartjes voor de brug! YES, dat scheelt een ochtend vroeg ons bed uit. We gaan met de lift naar boven en hebben uitzicht over de stad Kuala Lumpur.
We eten ’s avonds in Chinatown en willen opnieuw vroeg gaan slapen. Daar denken onze Franse buren heel anders over. Die hebben nog een feestje tot midden in de nacht. We verwisselen van kamer (om 3 uur ’s nachts!!) en proberen nog wat te slapen. We worden gebroken wakker!
De tweede dag in Kuala Lumpur hebben we niet veel gedaan. We maken van de gelegenheid gebruik om wat inkopen te doen. We laten de brillenglazen van Ray vervangen (die waren kapot) en kopen wat reisboeken. Tegen de avond gaan we voor de laatste keer terug naar de Twin Towers. We hadden van de jongen achter de balie gehoord dat je een prachtig uitzicht hebt op de torens vanaf een bar in een dichtbij gelegen hotel. We glippen in het dure hotel naar de lift en maken in de hippe lounge bar nog een paar foto’s van de torens. Daarna maken we nog een keer een rondje door Chinatown en aangezien we de afgelopen nacht niet veel geslapen hebben duiken we vroeg ons bed in.
De laatste ochtend zitten we, na het uitchecken, lekker lang in de Starbucks op de hoek. We nemen een taxi naar de busterminal en zijn vroeg op de luchthaven. Daar checken we onze tassen in. Ons vliegtuig heeft vertraging en iemand op de luchthaven heeft besloten dat de airco op de hoogste stand moet staan (heel koud). Het maakt allemaal niets uit, want dezelfde avond zullen we op het tropische eiland Bali zijn!!
Het rustige Laos
Laos is het 8e land van onze wereldreis en eigenlijk het land waar we het minst van afweten. We laten ons dus verrassen als we van Hanoi naar Luang Prabang vliegen. Het is een aangename verrassing, want in vergelijking met Hanoi is het hier rustig, heel rustig! Luang Prabang is de 3e stad van Laos en heeft maar 20.000 inwoners. Een gemoedelijk stadje dus. We laten ons afzetten bij een koffiebarretje en ontmoeten al snel 2 Nederlanders die ons naar een hostel brengen. We checken in en hebben een super kamer voor $ 6 (!!).
We doen 2 dagen rustig aan en genieten van de rust en de gemoedelijkheid van Laos. We lopen over de plaatselijke markt en eten voor $ 1vegetarisch bij een kraampje langs de weg. Voor de derde dag hebben we een kanotocht geboekt, als we aankomen op het startpunt begint het ongelofelijk hard te regenen. We zijn dus drijfnat voordat we beginnen. We peddelen er rustig op los en genieten van het uitzicht dat we hebben. Het is echt prachtig! Halverwege hebben we stop bij de Tat Sae watervallen. We zwemmen in de waterval en hebben een heerlijk lunch. Daarna gaan we weer verder en na een paar heftige rapids (blijven peddelen!) zijn we helaas al weer in Luang Prabang,
Ook in Laos stroomt de Mekong rivier. Die hebben we zien ontstaan in Tibet en het einde van de Mekong hebben we gezien in Vietnam tijdens ons bezoek aan de Mekong Delta. Ook hier maken we een boottochtje over deze rivier en weer is het prachtig. Op onze laatste ochtend staan we vroeg op. In Luang Prabang is iedere ochtend een bijzonder ritueel. De monniken gaan rond 6.00 uur langs de huizen waar mensen een donatie doen in de vorm van rijst. We zien rijen met monniken voorbij komen en de rust en kalmte waarmee dit ritueel aan ons voorbij trekt is heel bijzonder!
We nemen na het monniken ritueel de bus naar Vang Vieng en de reisgidsen hadden ons al gewaarschuwd....deze weg heeft veel bochten en je kan ziek worden. Dat is gelukkig niet gebeurd. De rit was prachtig. Over de bergpassen en het prachtige uitzicht op de vallei rijden we in 6 uur naar onze bestemming Vang Vieng. Eenmaal in Vang Vieng laten we er geen gras over groeien. We zijn hier voor de tubing over de rivier. Dat is afdalen met de stroom in een binnenband van een tractor. Vraag ons niet waarom, maar het is de attractie van Vang Vieng, We worden met een tuk-tuk stroomopwaarts gebracht. Vanaf het startpunt worden we overspoeld met bars en harde beats, uithangborden voor magic mushrooms en dronken mede-tubers. We vinden het amusant om te zien, maar concentreren ons verder op het tuben.We dobberen lekker de rivier af en afgezien van het feit dat we moeite hadden weer aan de kant te komen door de harde stroming was het echt leuk!
Die avond eten we in een lekker BBQ tentje, maar de service laat wat te wensen over. We wachten 2 uur op ons eten en als we het krijgen is het koud. Wegwezen hier! J We gaan lekker slapen, maar halverwege de nacht worden we wakker gemaakt door onze dronken buren die er vrolijk op los feesten voor onze deur. Dat is ons in Vang Vieng zeker opgevallen! Veel dronken mensen die het nodig vinden om in bikini over straat te gaan. Er hangen wel borden dat de plaatselijke bevolking het niet echt op prijs stelt, maar ach daar trekken de meesten zich niets van aan. Wij hebben in ieder geval vreselijk slecht geslapen en besluiten de volgende dag naar Vientiane te gaan. Aangezien de bus pas in de middag gaat huren we een fiets om naar het karstgebergte te fietsen. Het is werkelijk prachtig de omgeving.
Eenmaal in Vientiane vinden we een luxe hotel. We betalen dan wel iets meer maar dat maakt ons nu niets uit, we willen goed slapen. Als we eenmaal op de hotelkamer de TV kanalen checken kan de dag niet meer stuk; alle hoogtepunten van de Nederlandse eredivisie. Wat wil een mens nog meer!!! Midden in Laos gewoon de doelpunten van AZ bekijken. We eten ‘s avonds bij een lekker tentje en gaan dan slapen. De volgende dag gaan we sightseeing doen op de fiets in Vientiane, daar zijn we niet zo lang mee bezig aangezien er weinig te zien is. De grote Pha That Luang stupa, het symbool van Laos en Vientiane, het Victory monument en een plaatselijke markt. We hebben het wel gezien. De middag doen we rustig aan en ’s avonds sluiten we Laos af met (hoe kan het ook anders) Lao beer met de ondergaande zon op de Mekong!
Vietnam
We balen als we Tokyo verlaten, maar zetten ons er snel overheen. We maken ons op voor het drukke Vietnam. Het land dat wij voornamelijk kennen van de oorlog met de Amerikanen en de bijbehorende TV serie’s en films daarover. We vliegen in iets meer dan 6 uur van Tokyo naar Ho Chi Minh, vernoemd naar de voormalige communistische leider van Vietnam. Westerse mensen noemen het Ho Chi Minh, de Vietnamezen noemen het nog altijd Saigon! We hebben een prima hotel en de eerste dag houden we het rustig en verkennen we de ‘backpackers’ buurt (District 1) van Saigon. Na een dagje sightseeing in Ho Chi Minh (we bezoeken onder andere het heftige oorlogsmuseum) boeken we gelijk een trip naar de Cu Chi tunnels en een 2 daagse trip naar de Mekong Delta. Als we de volgende ochtend zitten te wachten op onze bus naar de Cu Chi tunnels komt alles voorbij, behalve onze bus. Als we voorzichtig informeren bij het meisje achter de balie blijkt al snel dat ze ons vergeten zijn, maar ze weet nog wel een manier om ons op de bus te krijgen. Een security man neemt ons mee in een taxi en na een klein half uur in de taxi worden we afgezet op, voor ons gevoel, het drukste kruispunt van Saigon. De security jongen weet de weg inmiddels ook niet meer en besluit ons op een motorbike te zetten. We rijden met z’n 3-en meer dan een half uur rondjes en om eerlijk te zijn hebben we de hoop al opgegeven dat de bus in de buurt van ons gaat komen. Als we voor de zoveelste keer stoppen ziet een van de motorbike chauffeurs de bus aankomen. Anderhalf uur later dan de bedoeling was zitten we dus alsnog in onze bus! Hoe is het mogelijk!
We bezoeken de Cao Dai tempel waar we een dienst bij mogen wonen en na de lunch gaan we naar de Cu Chi tunnels. We krijgen een rondleiding langs de boobytraps die gebruikt werden tijdens de oorlog en mogen zelf een stukje onder de grond kruipen. Deze kruipruimten zijn speciaal voor toeristen 2x zo groot gemaakt, we kunnen ons er weinig bij voorstellen hoe klein de originele tunnels geweest moeten zijn. De volgende ochtend staat een 2 daagse trip naar de Mekong Delta op het programma. We rijden met een grote bus naar het beginpunt waar we op een klein bootje gezet worden die ons over de Mekong zal varen. We worden in een snel tempo langs allerlei attracties gebracht (honing maken, cacao snoepjes maken, noodles maken en een lunch) en zitten al snel weer in de bus die ons naar de stad Can Tho brengt.Het is meer dan 3 uur rijden naar Can Tho en we hadden de Mekong delta iets idyllische voorgesteld (misschien naïef), maar als we in Can Tho aankomen blijkt het een stad van meer dan een miljoen inwoners te zijn. We gaan eten in een leuk Frans restaurant samen met een leuk Nederlands gezin dat we tijdens de trip ontmoet hebben. De volgende ochtend gaan we vroeg naar de floating markets. Mooi om te zien hoe alles zich op het water afspeelt. Na de drijvende markten gaan we terug richting Saigon.
De volgende dag vliegen we naar Danang waar we een taxi delen met 2 meiden uit Canada naar Hoi An. De duurdere hotels zitten allemaal vol, maar wij vinden een prima hotel voor iets minder geld. Helemaal goed dus! Hoi An is prachtig, een oud stadje dat een geweldige sfeer heeft. Daarnaast ligt het ongeveer 20 minuten fietsen van het strand en dus zien we voor het eerst deze trip (!) het strand. Heerlijk! We blijven 5 dagen in Hoi An en fietsen wat rond, gaan lekker naar het strand en bezoeken de tempels van My Son. We eten 5 avonden bij het geweldige restaurant Cafe 43, heerlijk eten en super aardige mensen.
Hue is de volgende stop en we nemen de slaapbus van Hoi An naar Hue. Dat wil zeggen die nemen we overdag en dus liggen we lekker in de bus. Het is niet te geloven, maar de buschauffeur heeft geen seconde harder gereden dat 50 km per uur en dus rijden we 6 uur over 110 km!! (Oke, we hadden een tussenstop van een half uur, maar toch!)
We hebben een hotel geboekt in Hue en als we daarheen lopen komen we een lekker Frans bakkertje tegen. Dat is wat ons in heel Vietnam al is opgevallen. Er zijn hier nog veel Franse invloeden (en dus voor het eerst lekker eten) en veel Franse toeristen. Naast Franse toeristen trouwens ook veel Nederlandse toeristen....we kunnen merken dat het in Nederland zomervakantie is. Na een pain du Chocolat en een lekker koffie lopen we naar ons hotel. We vinden een restaurant met wederom een Franse keuken en gaan na lekker eten en een fles wijn lekker slapen. De volgende dag huren we een fiets (wat een slechte fiets was dit) en fietsen naar de citadel van Hue. We lopen wat rond en nemen de taxi naar de bekende pagode van Hue. ’s Avonds eten we in hetzelfde Franse restaurant en genieten van een echte Franse wijn, een plateau du Fromage en vers stokbrood. Na lang geen kaas te hebben gehad was dit echt heerlijk!!
We vliegen van Hue naar Hanoi en daar bezoeken we het mausoleum van Ho Chi Minh. Deze procedure hebben we inmiddels al een aantal maal meegemaakt. Als eerste bij Lenin, daarna bij Mao Zedong en dan nu bij Ho Chi Minh. We staan in de brandende zon te wachten tot we langs het lichaam mogen lopen en ook hier kunnen we ons niet aan de indruk onttrekken dat we in de maling genomen worden. We lopen daarna langs het voormalige huis van Ho Chi Minh en houden het dan voor gezien. In de middag gaan we wat touroperators langs om onze trip naar Halong Bay te boeken.
Halong Bay is een verplicht nummer als je een bezoek brengt aan Vietnam. We hadden er al verschillende verhalen over gehoord en niet naar Halong Bay gaan is zoiets als Cairo bezoeken zonder de Pyramides te zien.... We boeken dus een 2 daagse trip en vertrekken de volgende ochtend richting Halong Bay. We rijden in 3,5 uur naar Halong City en worstelen ons door de vele toeristen die net als ons een boottochtje gaan maken. We varen langs de mooie karstbergen in het water, dezelfde karstbergen die we eerder deze reis al op land gezien hebben in China. In de middag maken we een kanotocht door de rotsformaties en genieten van de stilte en rust. We hebben een leuke groep en al snel zitten aan tafel met Australisch meisje dat jarig is. En ze neemt het ervan! Rond etenstijd heeft ze al genoeg op en als we dan nog eens 3 flessen wijn drinken met elkaar is het hek van de dam! Er moet gezwommen worden....en zij gaat als eerste! Na een aantal wijntjes met 4 Spanjaarden (die speciaal voor Ray het volkslied van FC Barcelona gingen zingen!) houden we het voor gezien.
De volgende ochtend, we hebben lekker geslapen op de boot, regent het en slaat de onweer in op de boot naast ons! We maken dat we wegkomen en gaan naar Surprising Cave. Een mooie grot middenin Halong Bay. We varen langzaam terug naar de haven en na de lunch maken we de terugreis naar Hanoi. Daar hebben we nog wat internetdingen te regelen, bezoeken we ‘s avonds het wereldberoemde waterpuppets theater en vliegen de volgende dag naar Laos. Vietnam was een mooi, maar erg druk land! We gaan snel de rust van Laos opzoeken....
Het geweldige Japan!
Het duurde even, maar hier dan toch een update van onze belevenissen in Japan! Zodra we het vliegtuig uitstappen merken we het verschil. Het is hier schoon, brandschoon zelfs! We halen wat Japans geld en nemen dan vervolgens de trein naar het centrum van Tokyo waar we al een hostel gereserveerd hebben. We merken niet alleen het verschil qua hygiëne, we merken ook het verschil in prijs. Wat is het hier duuuuuur! Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom we geen rugzaktoeristen meer zien.
We checken in en doen de rest van de dag rustig aan. We hebben als lunch onze eerste sushi en lopen wat rond in de buurt. Morgen hebben we afgesproken met Dustin en Emi. Dustin kent Ray uit Utrecht en hij is reisleider in onder andere Japan, China, Nepal en India. We hebben toen we nog in Nederland waren ook wat spullen naar hem gestuurd!
We ontmoeten Dustin en Emi in de Starbucks op het bekendste kruispunt van Tokyo; Shibuya. Dit kruispunt kent iedereen vast uit videoclips en is ook nog eens een van de drukste ter wereld. We hebben een mooi uitzicht en nadat we met Dustin en Emi een koffie hebben gedronken gaan we naar een ‘standing Sushi Bar’ waar Dustin en Emi ons alles vertellen over Tokyo en de Japanse gebruiken. Handig om te weten! We lopen verder naar de brug waar de bekende Harajuku meisjes staan. We bezoeken de Meiji Jingu tempel waar we een traditionele Japanse bruiloft zien en ’s avonds eten we met z’n vieren Shabu Shabu. Een soort fondue op z’n Japans! Lekker en erg gezellig!!
De volgende dagen ontdekken we Tokyo zelf en wat een geweldige stad is dit! We bezoeken het Ghibli museum (bekend van de Japanse animaties), gaan naar de Senso-Ji tempel, kijken onze ogen uit in de elektronica wijk Akihabara en vergokken ons geld in een van de vele Pachinko’s. Aangezien ons hostel geen plaats meer heeft voor de laatste 2 nachten Tokyo gaan we slapen in het Capsule Hotel. Ooit ontstaan door ruimtegebrek in Japan en bedoeld voor Japanse zakenmannen die een nacht in de stad moeten slapen. Ray slaapt op de 5e verdieping en Nan op de 8e verdieping. We douchen apart en slapen in een soort langwerpige box met een privé TV! We slapen redelijk goed en het was een te gekke ervaring!
Japan is een schoon land en de mensen zijn heel erg beleefd. Voor aanvang van iedere maaltijd ontvangen we een schoonmaak tissue voor onze handen, in de metro heeft niemand zijn mobiele telefoon aan, mensen praten bijna niet met elkaar in het openbaar vervoer, de straten zijn schoon en het lijkt wel of de auto’s geluidloos over het asfalt rijden. Voor Aziatische landen dus echt een uitzondering, die wij niet anders kunnen dan waarderen!
Na een paar dagen Tokyo is het tijd om verder te gaan. We gaan met onze (in Nederland gekochte) Japan Rail Pass met de supersnelle trein naar Kyoto. Daar checken we in bij Bon Guesthouse. Het ligt een beetje uit het centrum, maar in een gezellig buurtje en dus al snel helemaal goed. Nandy gaat naar de kapper en Ray verkend de buurt. Ook hier is alles weer schoon, zijn de mensen vriendelijk en is het eten lekker. We eten bij een omaatje die maar 5 plekken heeft en een vast menu serveert. Het is heerlijk! De volgende dag huren we een fiets en bezoeken we de Gouden tempel Kinkaku-ji en de Stenen tuin Ryoan-Ji. Vervolgens fietsen we naar het Nijo kasteel om daar rond te lopen. De dagen erna genieten we van Japan en van Kyoto in het bijzonder. We bezoeken het Zilveren Pavaljoen Ginkaku-ji, lopen het Filosofen pad, gaan Torri’s bekijken in het Fushimi heiligdom en gaan Geisha’s spotten in Gion. Dat laatste is ons nog gelukt ook!
Als we de laatste avond in Kyoto zijn hebben we het geluk dat we het Matsuri festival mogen meemaken. Iedereen in Kyoto loopt in de originele klederdracht (Yukata) en draagt de traditionele Geta’s (houten slippers). Het is druk op straat en overal staan eettentjes en kraampjes. Het is een soort Japanse Koninginnedag!
In Kyoto maken we verschillende dagtrips buiten de stad; zo bezoeken we het kasteel Himeji-Jo in de gelijknamige plaats en op de terugweg nemen we de kabelbaan op de berg Rokko in Kobe. We maken een dagtrip naar Nara waar we de vele hertjes zien en een bezoek brengen aan de Todai-Ji tempel.
We vervolgen onze reis door Japan en nemen opnieuw de shinkansen (snelle trein) van Kyoto naar Hiroshima. Deze stad is bekend van de eerste atoombom ter wereld (die een einde maakte aan de 2e wereldoorlog) die de Amerikanen afvuurde op 6 augustus 1945 om 8.15. We bezoeken het monument en het bijbehorende museum en het is indrukwekkend. Vooral het effect die de bom jaren later nog heeft op deze stad maakt indruk. We fietsen na het museum naar het A-bomb dome (het epicentrum van de bom) en gaan dan terug naar ons hostel. Die avond spelen de Hiroshima Carps en aangezien Honkbal de nummer 1 sport is (samen met Sumo worstelen) in Japan willen we dat meemaken. We kopen 2 kaartjes voor dezelfde avond en gaan rond 6 uur naar de wedstrijd. We hebben niet veel verstand van Honkbal, maar zelf wij als leken konden zien dat ze heeel slecht waren. De eindstand van 1-6! Na de wedstrijd eten we een heerlijke Okonomiyaki (soort pannenkoek met noodles erop) en gaan we lekker slapen.
De volgende ochtend gaan we richting het eiland Miyajima waar het Itsukushima heiligdom ligt. Dat is een grote torri (zie foto’s) in het water. We lopen wat rond en gaan dan snel terug naar Hiroshima. We besluiten dezelfde dag nog verder te gaan aangezien er in Hiroshima verder niets te beleven valt. We gaan naar Fukuoka (ook wel Hakata genoemd), daar komen we laat aan en checken in bij een hostel in onze kast! Mensenlief! We betalen 50 euro voor een bezemkast met een stapelbed, we moeten de douche delen en zelf ons bed opmaken! Hier blijven we dus geen extra nacht ? De volgende dag gaan we naar de natuur van het eiland Kyushu, we gaan richting Mount Aso. Dat is een nog werkende vulkaan met een hoogte van 940 meter. We hebben de supersnelle trein verwisseld voor een boemeltreintje en als we aan het einde van de middag aankomen in Aso vinden we een Ryokan (Japans guesthouse) waar we kaarten en een Japans bad nemen. De volgende dag besluiten we eens uit de ban te springen, Japan is tenslotte al heel duur en onder het mom ‘Je leeft maar 1 keer’ boeken we een nacht in Sanga Onsen in Kurokawa. Het is zodra we de bus uitstappen een geweldige ervaring. We hebben een prachtige kamer met een prive bediende die ons rond 7 uur een 8 gangen diner komt serveren en we genieten van de Haute Cuisine van Japan, ook al weten we niet altijd wat we aan het eten zijn. De onsen heeft verschillende natuurlijke baden en we zwemmen dus na het eten midden in de natuur in een natuurlijk bad!!! Het was echt een hoogtepunt, niet alleen van Japan maar zeker tot nu toe.
Helaas kunnen we gezien het budget maar 1 nacht blijven en dus vertrekken we richting Nagasaki om het daar in de buurt gelegen Huis Ten Bosch te bezoeken. Ja echt, Huis Ten Bosch. Tien jaar geleden ontstaan door een rijke Japanner die op vakantie ging naar Nederland en vervolgens een liefde kreeg voor de Nederlandse gebouwen en cultuur. Wat we daar zagen was echt niet te geloven; het totale station van Amsterdam na gebouwd, het stadhuis van Gouda, de Munt in Amsterdam en natuurlijk als klap op de vuurpijl; de Domtoren van Utrecht! Tsja, als er 1 moment was dat we heimwee hadden dan was het wel daar! Helaas geen bekenden op het terras bij Flater ?
Na een nacht in Nagasaki gaan we met de trein naar Nagoya. We hebben gelezen dat hier een Sumo toernooi gehouden wordt en dat willen we meemaken. We zitten de hele dag in de trein en eenmaal in Nagoya regelen we een luxe hotel voor onszelf! We eten lekker sushi en gaan vroeg slapen, want de volgende ochtend moeten we vroeg in de rij staan om kaarten te kopen voor het Sumo worstel toernooi. Om 8 uur precies staan we voor de deur en weten 2 kaarten te bemachtigen! Trots gaan we ontbijten en rond half 2 gaan we naar binnen. Het is geweldig, de ene worstelaar is nog dikker dan de ander en naar mate het later wordt komen de belangrijkere worstelaars op het van klei gemaakte podium. We begrijpen de spelregels en de rituelen snel en hebben een geweldige dag!
De volgende dag is het de laatste dag van onze Japan Rail Pass en dus besluiten we de langste reis te maken om zo optimaal gebruik te maken van de pas. We reizen van Nagoya naar Nikko. Daar komen we aan het begin van de middag aan en zien mooie tempels die net weer anders zijn dan de tempels die we eerder hebben gezien. We nemen de trein terug naar Tokyo en omdat er nergens een (betaalbaar) hotel te vinden was slapen we nog 1 nacht in het Capsule hotel. De volgende dagen hebben we een hostel geregeld en na een slechte nacht slapen checken we daar in. Je blijft je verbazen over de afmetingen van de kamers in Japan. We hebben met z’n tweeën een hotelkamer van 9 vierkante meter (en dat is inclusief de badkamer)!! Vandaag gaan we naar Mount Fuji, we hebben het weerbericht bekeken en vandaag is de kans het grootst dat we deze berg ook gaan zien. We nemen de bus en na een busrit van 3 uur komen we aan in Kawaguchi-ko. Daar lunchen we en nemen vervolgens de sightseeing bus naar het Kawaguchi meer en het Sai meer. We zien prachtige dingen, maar helaas geen Mount Fuji. We hebben dus een goede reden om nog eens terug te gaan naar Japan.
De laatste dagen in Tokyo besteden we aan het bezoeken van het kunstmuseum (op de 52e verdieping van een gebouw) in Roppongi Hills, lopen rond in onze buurt Asakusa en bezoeken de Tsukiji Vismarkt. We moeten voor het laatste vroeg ons bed uit, want de ‘echte’ visveiling is rond half 6 ’s ochtends. We nemen dus de metro van 5 uur en eenmaal op de markt zien we de grootste tonijnen (Maguro) die we ooit gezien hebben. Op maandag 27 juli vliegen we van Tokyo naar Ho Chi Minh (Saigon) in Vietnam en kijken we terug op ruim 3 weken Japan. Wat een geweldig land! We gaan zeker nog eens terug!!!
De gouden driehoek in India!
New Delhi, 25 juni en het is 45 graden. De lucht die we inademen is heet, onze kleding is nat van het zweet en we moeten met z’n vieren in een te klein busje met te grote tassen. Het hoort erbij….
We worden afgezet (letterlijk) bij een hotel dat qua naam niet overeenkomt met de naam van het hostel dat we via internet geboekt hebben (welkom in India!). Same Same hoor ik die chauffeur nog tegen Steffie zeggen maar daar neemt ze geen genoegen mee. Wij blijven zitten in de bus, we hebben het warm J We besluiten te blijven in het hotel (ook omdat de achterband lek is van het busje) en de ‘manager’ weet nog wel een goed reisburo dat ons kan helpen met onze plannen in India. Ray gaat er alleen heen en komt terug met een prachtig reisschema, helaas vraagt het reisburo een beetje veel geld en we besluiten met z’n vieren de volgende morgen verder te kijken wat we gaan doen. We eten bij Tina restaurant en hebben lekkere Masala Dosa (hmmmm). Dat is een soort dunne pannenkoek met aardappel vulling, erg lekker. Na het eten lopen we toevallig langs een kapper en Ray besluit dat het weer tijd is om zijn haar te laten knippen. De kapper spreekt, zoals we inmiddels gewend zijn, geen woord engels maar met handen en voeten is het duidelijk dat er een stukje af moet. Als het werk gedaan is spreken we een man die vertelt dat hij taxichauffeur is. Hij geeft ons zijn telefoonnummer en als we de stad willen zien moeten we hem maar bellen.
De volgende ochtend besluiten we met z’n vieren New Delhi te gaan bekijken en bellen de taxi chauffeur die we bij de kapper ontmoet hebben. 10 minuten later staat hij voor ons hotel en vertrekken we naar de Jama Masjid-moskee van Delhi. Daar is een festival aan de gang en dus hebben we niet veel tijd om de moskee te bekijken. Dat vinden we niet echt erg want het is alweer lekker warm aan het worden. We worden in een ‘huur outfit’ gehezen en na 10 minuten vriendelijk verzocht de moskee te verlaten. We zijn een bezienswaardigheid voor de mensen die er zijn. Als we 1 minuut stilstaan komen veel mensen naar ons toe en blijven om ons heen staan om de ‘vreemden’ te bewonderen. Na de moskee lopen we naar de overkant waar het ‘Red Fort’ ligt. Een groot fort dat midden in de stad ligt en zoals de naam al doet vermoeden gemaakt is van steen met een rode kleur. De chauffeur rijdt de rest van de middag langs de Lotus tempel, het standbeeld van Ghandi, de India gate en we zitten heerlijk in de airco. ’s Avonds boeken we een grotere auto voor de andere dagen en de volgende ochtend staat onze chauffeur om 8 uur precies voor de deur. Hij gaat ons de komende 5 dagen rondrijden en hij stelt zich voor als Babbu (op de laatste dag komen we erachter dat zijn naam eigenlijk Pappu is, maar dat wij het niet goed verstaan hadden. Toch leuk de laatste dag J). We verlaten New Delhi om vandaag richting Agra te rijden. Agra is de thuisstad van een van de 7 wereldwonderen; de Taj Mahal.
We checken in bij een leuk hotel en gaan snel de airco van een restaurant in. Het is 49 graden vandaag en echt niet normaal hoe heet! Zonder te bewegen loopt het water van ons lichaam, alsof we in een sauna zitten! Aan het einde van de dag rijden we naar de baby Taj Mahal. Dat is een kopie van de ‘echte’ alleen wat kleiner. Na de mini Taj rijden we naar de achterkant van de Taj Mahal waar we de zon zien ondergaan. We eten in het restaurant naast het hotel en gaan dan slapen (zonder airco, die hebben ze helaas niet).
28 juni; Ray is jarig en we staan vroeg op (heel vroeg) om de zonsopgang te bekijken op de Taj Mahal. Gister hebben we al een voorproefje gehad door de achterkant te zien, maar vandaag is het tijd voor het echte werk. We zijn er precies op tijd! Als we aan komen lopen gaan de hekken open en kunnen we naar binnen. Het is niet te geloven wat een groot en prachtig gebouw het is en nadat de gids ons bepaalde trucjes van de architect heeft uitgelegd is onze fascinatie voor het gebouw alleen nog maar groter. We blijven rustig op een bankje zitten om het mausoleum te bewonderen en gaan voor de ergste drukte en warmte weg. Na een goed ontbijt en wat rust vertrekken we uit Agra naar Jaipur. Onderweg bezoeken we Fatehpur Sikri, dat is een oude 'hoofdstad' geweest van de Mogoels. ’s Avonds eten we in een luxe restaurant waar we ‘live entertainment’ hebben. Het was een mooie dag en een geweldige verjaardag. Wie kan er nu zeggen dat je de Taj Mahal hebt gezien op je verjaardag? Ray!
Jaipur is onderdeel van de ‘gouden driehoek’ in India die bestaat uit New Delhi, Agra en Jaipur. Het is een populaire route die door veel toeristen gedaan wordt. De roze stad, zoals Jaipur ook wel genoemd wordt, heeft een aantal trekpleisters maar de bekendste is toch wel het ‘Amber Fort’. In de ochtend bezoeken we die als eerste. Het is het mooiste fort dat we tot nu toe gezien hebben en we hebben een lange rondleiding. Daarna gaan we naar het Jaipur Observatory en hebben de rest van de middag vrij om te relaxen. Dan doen we dus ook!
Aangezien Steffie en Chris morgenochtend vroeg het vliegtuig nemen naar Goa nemen is dit onze laatste avond met z’n vieren. Jammer, want we hebben toch twee weken met elkaar mooie dingen gezien. We eten die avond, kaarten nog wat en zeggen elkaar dan gedag. Wie weet komen we ze nog ergens tegen tijdens onze reis. De volgende ochtend hebben we de auto dus voor onszelf en rijden we met Babbu naar Pushkar. Pushkar is een bedevaartsoord waar iedere Hindu een keer in zijn of haar leven geweest moet zijn. De weg naar Pushkar is net zo mooi als het dorpje zelf. We zien het landschap en de mensen veranderen. Hoe dichter we bij Pushkar komen hoe ‘Arabischer’ het landschap en de mensen worden. We lopen wat rond in het dorpje met de gids die Babbu voor ons geregeld heeft en dan stappen we weer in de auto voor de lange terugreis naar Delhi. De rit is ongeveer 8 uur en we komen dan ook laat aan in Delhi. We bezoeken wat hotels, maar ze zijn allemaal vies en duur en dus besluiten we terug te gaan naar het hotel waar we de eerste twee nachten geslapen hebben.
Van Delhi vliegen we naar Tokyo en de laatste twee dagen die we hebben in Delhi besteden we met uitrusten. We zoeken een bioscoop waar ze een Bollywood film vertonen, maar kunnen er helaas geen een vinden waar ze Engelse ondertiteling hebben. Ray gaat nog een keer naar de (goedkope) kapper en we kopen wat laatste souveniers.
Op vrijdag 3 juli vliegen we van New Delhi naar Tokyo. We hebben een bijzondere tijd gehad in India. Het is een bijzonder land, toch kijken we erg uit naar de beschaafdheid van Japan!! Tokyo here we come!
Nepal; Kathmandu, Pokhara en Chitwan NP
Na de vermoeiende en indrukwekkende reis door Tibet doen we het de eerste dagen in Kathmandu rustig aan. We zitten in hetzelfde hotel als het Duitse stel Steffie en Cris en dat is gezellig. De eerste dagen doen we vooral kleine dingen zoals de was, lopen wat rond en we eten en drinken! Al snel worden er plannen gemaakt en aangezien Steffie en Chris ook door Nepal reizen en dan naar India gaan besluiten we om met z’n 4-en een tijdje te reizen. We bekijken wat we willen zien en al snel is het word Buthan gevallen. Om dat land binnen te komen moeten we 180 US Dollar per persoon per dag betalen en dan nog de vliegreis heen en terug. Na lang rekenen besluiten we dat het te duur is voor slechts 4 dagen. We komen nog wel eens terug voor Buthan J
De andere plannen zijn iets makkelijker te maken. We gaan richting Pokhara en vervolgens naar Chitwan National Park. In Kathmandu bekijken we de belangrijkste bezienswaardigheden zoals Durbar Square, Bodnath tempel (grootste stupa van de wereld) en Pashupatinath. De laatste is een indrukwekkend tempelcomplex en een belangrijke plaats in Kathmandu. Hier worden crematies gehouden waar iedereen kan kijken. We zien de lichamen in witte doeken binnenkomen en nadat ze op de houtstapels gelegd worden door de overlevende (meestal de oudste zoon) aangestoken. Het is indrukwekkend om te zien!
De busrit naar Pokhara is weer een belevenis op zich. We zitten in een ‘typische’ Nepalese bus die geheel versiert is aan de binnenkant en de airco zijn de ramen die open staan. Onderweg rijden we langs de rivier en af en toe langs steile afgronden waar we het einde niet van kunnen zien. Gelukkig komen we heel aan in Pokhara waar we inchecken in ons hotel. Het is warm, maar we bedenken ons dat we India nog voor de boeg hebben. Daar is het nog veeeeel warmer. De rest van de dag gaan we met z’n vieren naar een restaurant waar we lekker kaarten en drinken. Lekker om even niets te doen. De dag erna worden we tijdens het ontbijt aangesproken door een jongen van ongeveer 9 jaar of we die avond naar een voorstelling willen komen, Het is in een restaurant en we kregen daarna korting op ons eten (slim gedaan). Al snel zei een Engelsman naast ons dat hij ook ging en dat, samen met het vertederende gezicht van de jongen, deed ons besluiten om te gaan. De rest van de dag gaan wij met z’n tweeën met een bootje over het meer van Pokhara. Daar varen we naar de overkant waar Ray een wandeling naar boven maakt en Nandy beneden blijft om van het uitzicht te genieten. Aan het einde van de middag lopen we naar het restaurant waar we de voorstelling van de schoolkinderen gaan bekijken. Het is geweldig. Romeo en Juliet in het engels, helaas hebben we er geen woord van verstaan! De volgende morgen moeten we er vroeg uit, want we gaan de zonsopgang bekijken op de Annapurna. Dat is in het Himalaya gebergte een van de hoogste bergen en voor de meeste toeristen de reden om richting Pokhara te reizen. We worden om 4 uur in de nacht opgehaald en rijden in 45 minuten richting het punt. Het is een beetje bewolkt maar toch zien we een mooie gloed over de witte sneeuwtoppen. Prachtig gezicht! Vervolgens maken we een wandeling naar het lager gelegen meer en de weg ernaar toe is mooi. We lopen door boeren dorpjes en nu zien we waarom Nepal nog steeds tot een van de armste landen van de wereld behoort. Dan beseffen we weer hoe goed wij het hebben, dat we een jaar de wereld mogen rond reizen! Pokhara was mooi, maar er staat ons een nieuw hoogtepunt te wachten....
Op 21 juni vertrekken we vroeg in de ochtend richting Chitwan National Park. Daar gaan we 3 dagen op olifanten safari, neushoorns spotten en van de mooie natuur genieten. De rit erheen is weer een belevenis, een dag om niet snel te vergeten. Een propvolle bus, weinig zitruimte en bloed en bloedheet. Maar ach Nandy is jarig en dus nemen we een lekkere kaneelkoek en genieten we van het uitzicht! Eenmaal aangekomen in het dorpje dat aan het National Park ligt moeten we nog anderhalf uur met een jeep en dan met een bootje voordat we aankomen bij Island Jungle Resort. Het is stil, zeg maar heel stil. Als we aankomen zijn we de enige gasten en al snel begint ons duidelijk te worden waarom het zo stil is….het is heeeel warm en vooral erg vochtig! Zelfs met stilzitten zijn we zeiknat van het zweet, alsof we in de sauna zitten.
We maken een safari op de rug van een olifant en gelijk de eerste middag zien we al neushoorns. Toen we in Tanzania waren hebben we de neushoorn helaas niet gezien, maar nu hebben we deze bedreigde diersoort dan toch echt gezien! Het was helemaal te gek. We proosten op Nandy’s verjaardag en na het avondeten duiken we ons bed in, het was een mooie dag! De volgende ochtend maken we opnieuw een safari op een olifant en daarna een jungle walk. We gaan op zoek naar de tijger! Geen tijger gezien, maar wel de voetsporen (zouden ze er eigenlijk wel leven vragen we ons af?) Als we in de middag samen met de olifanten in bad (rivier) mogen is ons bezoek aan Chitwan National Park helemaal af. Wat een te gek avontuur weer! We vertrekken de volgende ochtend richting Kathmandu om daar twee dagen te relaxen. We gaan lekker uit eten en kaarten met Steffie en Chris. De laatste dag gaan we naar Bakthapur. Een autoloos gebied dat zeker de moeite waard is. De dag erna vertrekken we naar India. We vliegen van Kathmandu naar New Delhi en we zijn erg benieuwd. Nepal was in ieder geval een prachtig afwisselend land!
Bedankt voor alle felicitaties. Erg leuk om te lezen!!!